Jasmijn Vink is anders. Dat weet ze al vanaf jonge leeftijd. Waarom ze is zoals ze is, weet ze niet. Feit is dat ze niet tegen lawaai en veel mensen kan, ziek wordt op feestjes en bijna niet praat. Wel praat ze tegen haar hond. Haar hond is haar beste vriendin en zij helpt haar het leven met al zijn obstakels door te komen. In Zondagskind beschrijft Judith Visser haar eigen jeugd in een tijd dat autisme nog niet bekend was.
Zondagskind in het kort
Jasmijn is vier en gaat voor het eerst naar de kleuterschool. Het is een ramp. Overal is lawaai en ze mist haar hond Senta. Er zit maar één ding op: weglopen. Jasmijn is anders dan de andere kinderen. Ze praat niet tegen vreemden, ze kan niet tegen lawaai en fel licht en is graag alleen. In de loop van haar jeugd loopt ze hierdoor regelmatig tegen problemen aan. Hond Senta is een grote steun.
In de loop van de lagere school leert Jasmijn haar klasgenoten steeds beter kennen en krijgt ze ook een wat beter contact met ze. Maar dan moet ze naar de middelbare school en begint het feest opnieuw. Gelukkig is daar Kirstin, een meisje uit haar klas dat haar dan misschien niet begrijpt, maar ook niet veroordeelt. Ze worden vriendinnen en Kirstin helpt Jasmijn met veel dingen die voor anderen vanzelfsprekend zijn.
Na vier jaar is er echter opnieuw een probleem: Jasmijn moet eindexamen doen en daarna naar een nieuwe school. Ze heeft echter totaal geen zin om weer opnieuw te beginnen. Jasmijn lost dat op haar geheel eigen wijze op. Uiteindelijk kan ze gaan werken. Ze krijgt een baan als receptioniste. Dat blijkt goed te werken. Een vervelende gebeurtenis zorgt echter dat ze inziet hoe de situatie werkelijk in elkaar zit.
Mijn mening
Zondagskind beschrijft het leven van Judith Visser zelf. Het is gebaseerd op haar eigen leven maar niet volledig autobiografisch. Het laat heel goed zien hoe iemand met het syndroom van Asperger het leven ervaart. En dat is heel anders dan hoe de meeste mensen dat ervaren. Die begrijpen dan ook niets van Jasmijn.
Zoals het geschreven is, is het gedrag van Jasmijn echter helemaal niet zo vreemd. Ik denk dat veel mensen zelfs wel af en toe iets zullen herkennen van haar onzekerheden en problemen. Bij Jasmijn is het echter allemaal veel extremer. Dat ze geboren is aan het einde van de jaren ’70 helpt niet erg. In die tijd was er nog weinig bekend over autisme en was het niet vanzelfsprekend een kind daarop te onderzoeken. Aanpassen aan de norm was veel meer gebruikelijk.
Tijdens het lezen moest ik af en toe lachen en af en toe raakte ik ook erg ontroerd. Jasmijn is eigenlijk gewoon een heel lief meisje dat ook maar gewoon haar best doet. Alleen lijkt niets echt te lukken. Visser weet alles zo te beschrijven dat je heel snel meeleeft met Jasmijn en dat je haar zelfs gaat begrijpen. Zou dit geschreven zijn door iemand zonder eigen ervaring met autisme, dan moet je je nog afvragen of dit echt is hoe het kan zijn. Dat dit Vissers eigen ervaringen zijn, maakt het geheel extra bijzonder.
Wil je weten hoe het is om te leven met Asperger? Lees dan vooral dit boek. Ook als dat je niets interesseert, kan ik je dit boek nog aanraden. Het is zeer leesbaar geschreven en weet de aandacht heel goed vast te houden. Het verhaal loopt vanaf Jasmijns vierde jaar totdat ze begin twintig is. Eind 2020 verschijnt een vervolg, dat verdergaat waar Zondagskind stopt. Aangezien Jasmijn in Zondagskind nog geen diagnose heeft, ben ik heel benieuwd naar dat vervolg en hoe het Jasmijn daarin vergaat. Hoe gaat het onderzoek in zijn werk? Hoe reageert ze op de diagnose? Ik ben benieuwd!
Meer informatie over Zondagskind
- Uitgeverij: HarperCollins
- Verschijningsdatum: maart 2018
- Aantal pagina’s: 480
- Verkrijgbaar als: paperback, ebook
- ISBN (paperback): 9789402701173, 9789402702569
- ISBN (ebook): 9789402755039